Dit artikel verscheen in “De Schakel” | kwartaalmagazine van Baptistengemeente Meppel | 38ste jaargang | nr. 4 | juli 2024 

Gods volk leeft vanuit dankbaarheid
Stel je eens de droge woestijn voor: overal zand, nog meer zand en daarna nog veel meer zand. De zinderende hitte van de brandende zon op je huid. Geen plek van schaduw. Het zal je verbazen, maar zo nu en dan wil het ook nog wel eens regenen in de woestijn. En dan komt het kolkende water, als een grote rivier stroomt het tussen de zandduinen door. Het ene uiterste na het andere uiterste. Een tijd geleden las ik een nieuwsbericht over een man die drie weken lang in de woestijn wist te overleven. En weet je wat als eerste deed nadat hij werd gered?

Psalm 124
Ik vertel je dit verhaal bewust om je mee te nemen in de Psalm die ik ook centraal stelde tijdens de doopdienst in de Reest. Psalm 124, zou je die eerst willen lezen voordat je de rest van deze overdenking leest?

De man in het verhaal kwam in een benarde situatie terecht. En ik kan me zo voorstellen dat hij de ene uitdaging na de andere had in die drie weken in de woestijn. Van het een in het ander terecht komen, dat gebeurt ook wel vaak in ons eigen leven. Nee, misschien niet een fysieke woestijn, maar wie van ons kent er niet een woestijn periode in het geloof? Of een storm van emoties? En hoe hou je dan stand? Wat blijft er over? Daarom opnieuw deze Psalm. Ik wil met je nadenken over welke houvast deze Psalm ons vandaag kan geven.

Context
In de Bijbel vinden we een groep van pelgrimspsalmen (120 t/m 134). Het zijn als het ware de opwekkingsliederen voor de Joodse pelgrims die op weg waren naar Jeruzalem. Want met de grote feesten trokken vele Joden naar de tempel in Jeruzalem om hun religieuze plicht te vervullen en daar feest te vieren. De liederen zingen over het verlangen naar Gods stad, over het onderweg zijn door het leven, over het vertrouwen op God, over de moeilijkheden van het leven en Gods trouw op die momenten en over het verlangen naar vrede.

Die pelgrims hebben iets vieren, ze kijken uit naar het grote feest. Maar ze moeten nog een hele tocht maken, die niet altijd makkelijk was. Waarom hebben ze iets te vieren? Omdat er in het verleden dingen zijn gebeurt: Gods trouw werd zichtbaar op de momenten dat het moeilijk werd. Hij heeft hen gered, Hij heeft hen bevrijd, Hij heeft hen vastgehouden. Een pelgrimslied kijkt daarom terug op wat geweest is en brengt dat al zingend in verband met het leven van vandaag, uitkijkend naar dat waar je naartoe onderweg bent. Verleden, heden en toekomst komen samen in deze liederen.

Psalm 124 is niet precies te plaatsen in de tijd. Het kan een lied van koning David zijn, maar het kan ook een lied vanuit de Davidische traditie zijn. Maar de linken met het verleden kunnen wel gelegd worden: Je kunt denken aan de bevrijding uit de slavernij van Egypte, of de oorlogen met omliggende landen. En op dit moment zijn de pelgrims onderweg naar Jeruzalem. De liederen helpen hen om te focussen op dat waar ze naartoe optrekken. Steeds meer mensen voegen zich op de weg naar de heilige stad. En dan is het goed dat er liederen zijn, want onderweg kan het moeilijk worden. Wij mensen hebben de neiging om te klagen zonder aansporing, maar we moeten geprikkeld worden om te danken. Deze liederen helpen als een duwtje in de goede richting.

Want Gods volk kan, mag en (eigenlijk) moet leven vanuit dankbaarheid. Waarom? Omdat God in het verleden redde, omdat we er vandaag nog steeds zijn en we hoop hebben voor de toekomst.

God redde
In het verleden redde Hij al Zijn volk talloze keren. Mensen stonden op, wateren overspoelden hen, ze konden niet meer – wij konden niet meer – maar God was daar. God redde Israël en God bracht ons redding in Christus Jezus, onze Heer. Denk aan de Exodus: Door het water de vrijheid tegemoet. En denk dan aan de doop: Door het water van de doop dood voor de zonde, levend voor en met Hem! Ook wij mogen vandaag door het water de vrijheid tegemoet gaan. En daarom zijn we dankbaar

Wij zijn er
Vandaag, zoveel eeuwen en millennia later getuigen ook wij nog steeds van hetzelfde verhaal en laten we de wereld zien dat wij er nog steeds zijn: Wij zijn de kinderen van God. Door de geschiedenis heen is er alles aan gedaan door satan om ons monddood te maken, om de kerk het zwijgen op te leggen, om het volk Israël uit te moorden. Maar niets van dat alles is gelukt. Gods Woord houdt stand. Hier zijn wij! En daarom zijn we dankbaar.

Maar nu ben je misschien niet altijd in jubelstemming. Je zult je niet altijd vrolijk voelen. Niet altijd staat er een glimlach op je gezicht. Zo vaak ontbreekt het ons aan de moed om door te gaan. En juist daarom is het zo goed dat er liederen zijn, dat er verhalen zijn waar wij ons aan vast kunnen houden. Als ik niet kon terugkijken op de grote (en kleine) daden van God, dan zou lang niet altijd de kracht hebben gehad om vandaag te leven – laat staan kracht om te kijken naar morgen.

Hoop voor de toekomst
Maar God laat zien door het verleden en het heden dat er een toekomst mag zijn. We zijn onderweg als pelgrims naar die heilige stad Jeruzalem, het nieuwe Jeruzalem. Net als die pelgrims mogen we onderweg steeds meer broeders en zusters ontmoeten en samen onderweg gaan. Samen mogen we de lofzang gaande houden, mogen we herinneren wat God heeft gedaan, wat Hij vandaag doet en waar we naar toe gaan. Op naar Jeruzalem om te vieren! De strik is gebroken, de macht van de vogelvanger is verbroken. God heeft het gedaan, Hij doet het vandaag en Hij zal het morgen doen! En daarom zijn we dankbaar!

Wij zijn gered, wij zijn hier en wij zijn op weg naar die hoopvolle toekomst.

Leef en dank
Als jij in het kolkende water zit kunnen er momenten zijn dat je het niet meer ziet zitten, dat je de hoop opgeeft en bij de pakken neer gaat zitten. Maar wat als je een stip aan de horizon ziet, iets om aan vast te houden, iets dat nieuwe kracht geeft, iets dat binnen handbereik komt? Dan ontvang je nieuwe kracht om door te gaan. Als je gered bent dan kun je er niet over zwijgen: Net als die man die drie weken lang zwierf door de woestijn. Na zijn redding sprak hij uren lang over wat hij allemaal had meegemaakt en hoe blij en dankbaar hij nu was, pas daarna kon hij eten.

Laten wij als kerk een gemeenschap van dankbaarheid zijn. Juist ook wanneer het moeilijk wordt. Want zo alleen kunnen we samen onderweg blijven als pelgrims. Daarvoor hebben wij elkaar nodig: Als ik niet meer zingen kan, wil jij dan beginnen? Zodat ook ik daarna kan aanhaken als ik hoor over de grote daden van God die hemel en aarde maakte, die trouw is tot in eeuwigheid en niet loslaat het werk van Zijn handen.